Iconen aan de Vliet: Christiaan Huygens

Home > Iconen aan de Vliet: Christiaan Huygens

Iconen aan de Vliet: Christiaan Huygens

Christiaan Huygens grootste wetenschapper

Wie is Neerlands grootste wetenschapper? Daarover verschillen vanzelfsprekend de meningen, ieder heeft zo zijn eigen voorkeur. Maar sinds enkele jaren geleden Nederlandse topwetenschappers van nu in een verkiezing hun stem mochten uitbrengen weten we het zeker: Christiaan Huygens. Hij won met een straatlengte verschil.

Fascinatie voor het heelal

Christiaan Huygens was een theoretisch natuurkundige, veel van zijn uitvindingen zijn gebaseerd op wiskundige berekeningen. Hij was de eerste die dat in die mate deed. Maar ook was hij een ambachtsman, niet te beroerd om de handen uit de mouwen te steken. Zo bouwde hij zijn eigen telescopen, met daarin zelfgeslepen lenzen. Lange tijd waren dit de beste telescopen die er bestonden.

Vrijwel zijn hele leven keek Christiaan Huygens naar de sterrenhemel en hield daar nauwgezet aantekeningen van bij. Daaruit weten we dat hij dat graag op Hofwijck deed: op maanloze nachten was het er namelijk aardedonker, ideaal voor dat werk. Een heel verschil met nu!

De ringen rond Saturnus

In 1609 ontdekte de Italiaanse sterrenkundige Galileo Galilei aan de planeet Saturnus vreemde ‘uitsteeksels’ heeft.  Hij stond voor een raadsel. Het waren geen manen, want ze veranderden niet van plaats. Hij, en later andere geleerden, dachten dat de planeet misschien uit drie ongelijke bollen bestond, of dat er een soort oren of hengsels aan zaten.

Ook Christaan bestudeerde Saturnus langdurig. Zo ontdekte hij in de nacht van 25 maart 1655 een maan bij de planeet: Titan.

Maar zijn grootste ontdekking is toch wel de verklaring van die rare ‘uitsteeksels’. Hij realiseerde zich dat het ook de zichtbare delen van een ring konden zijn die om de planeet draait. Dat is een aanname, een logisch beredeneerde veronderstelling. Het bewijs daarvoor kon hij pas leveren wanneer Saturnus en zijn ring zó gekanteld zouden zijn ten opzichte van de baan van de aarde dat je de ring op zijn kant ziet.  Dan zouden er gedurende korte tijd géén uitsteeksels te zien zijn. Christiaan berekende dat dit zou plaatsvinden in het voorjaar van 1670, dus veertien jaar later. In 1659 publiceerde hij zijn ontdekking alvast in ‘Systema Saturnium’. En in de nacht van 27 mei 1670 kreeg hij gelijk, zag hij met eigen ogen zijn stelling bewezen.

Christiaans ‘kijknotities’ van januari - maart 1659

 

Door Peter van der Ploeg